Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En wij bidden u, broeders, [1]door de toekomst van onzen Heere Jezus Christus, en [2]onze toevergadering tot Hem, 1. Dat is, zo zeker als gij deze toekomst van Christus en onze toevergadering tot Hem gelooft en verwacht. Anderen zetten het over: wat aangaat de toekomst; enz. namelijk waarvan hij in den voorgaande brief, 1 Thess.4:5, had gesproken, hetwelk enigen onder hen niet wel schenen verstaan te hebben, waarom hij hen daarvan hier nader onderricht. Doch het eerste komt met de Griekse woorden het best overeen. 2. Namelijk ten uitersten dage, in Zijne heerlijkheid, waarvan hij in den voorgaanden brief, 1 Thess.4:16, had gehandeld.